Death Valley staat ook wel bekend als het laagste, droogste en warmste plekje van de Verenigde Staten. Het dal wordt omringd door hoge bergen, waardoor het er bijna nooit regent. Ga op pad in dit bijzondere nationale park en dwaal door stoffige kloven, over zoutvlaktes en langs verlaten mijnstadjes. Je zult je ogen uitkijken.
In de 19e eeuw heerste de Goudkoorts in Death Valley National Park. Er werden mijnen en stadjes aangelegd, en druk naar goud gezocht. Overblijfselen daarvan zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar. De Lost Burro Mine en Scotty’s Castle moet je sowieso bezoeken, net als de Golden Canyon die haar naam aan deze periode heeft te danken.
De bekendste kloof van Death Valley is de Golden Canyon, vernoemt naar de tijd dat hier de Goudkoorts heerste. Door de eeuwen heen is er een grillig heuvellandschap gevormd, en de bergen kleuren van geel naar oranje naar rood. Er lopen twee wandelroutes door dit heuvelachtige gebied: de Golden Canyon Trail (3,2 km) en de Gower Gulch Loop (6,4 km).
Het allerlaagste punt van Noord-Amerika ligt midden in het Death Valley National Park: Badwater is de naam van de zoutvlakte die 85,5 meter onder het zeeniveau ligt, en het is niet moeilijk te raden waar die naam vandaan komt. Het dunne laagje water in dit bijzondere meer is namelijk zo zout dat het niet meer te drinken valt, en in de warme zomermaanden staat het meer zelfs helemaal droog. Een bijzonder gezicht.
Eén van de bekendste uitzichtpunten van Death Valley is het Zabriskie Point. Vanaf hier heb je een adembenemend mooi uitzicht over een golvend woestijnlandschap vol geulen en heuvels. Het bijzondere is dat dit landschap werd gevormd door regenwater. Want als het dan een keer regent in Death Valley, dan regent het ook hard. Er ontstaan diepe geulen in het zachte gesteente en dat resulteert in deze bijzondere omgeving.
Nog een uitkijkpunt is Dante’s View. Het is één van de hoger gelegen punten van Death Valley, en vanaf hier heb je prachtige, weidse uitzichten over de omgeving. Je kunt onder andere Badwater zien liggen, maar ook de hoge Telescope Peak.
In het noorden van Death Valley staat Scotty’s Castle, een enorme villa die in de jaren ’20 van de vorige eeuw werd gebouwd door miljonair Albert Johnson. Hij werd door mooie praatjes over goud naar Death Valley gelokt, maar werd uiteindelijk zo verliefd op de omgeving dat hij er een huis liet bouwen. Tegenwoordig behoort de monumentale villa tot het National Park, en kun je er (bijna) dagelijks rondleidingen volgen. In de wintermaanden is het kasteel bovendien regelmatig het decor van opvoeringen en toneelstukken.
Overal in Death Valley zul je oude mijnen en verlaten stadjes tegenkomen, overblijfselen uit de tijd dat hier actief naar goud werd gezocht. Eén van de best bewaarde mijnen is de Lost Burro Mine. Je kunt er een kijkje nemen in de oude mijnschacht en ook het bijbehorende huisje is de afgelopen jaren onaangeraakt gebleven. Er staat een bed en een stoel, en op tafel liggen zelfs nog gereedschappen en gebruiksvoorwerpen van vroeger. Alsof er elk moment iemand uit de mijn tevoorschijn kan komen.
In de buurt van Scotty’s Castle ligt de indrukwekkende Ubehebe Crater. Deze krater is ontstaan door vulkanische activiteit en is 800 meter breed en meer dan 200 meter diep. In de buurt liggen drie wandelroutes die je kan volgen om het gebied te verkennen. Vanaf de parkeerplaats kun je de route volgen die naar de bodem van de krater leidt, je kunt via de bovenste rand om de krater lopen of wandelen naar één van de nabijgelegen kleinere kraters.
Als je van plan bent om meerdere dagen in Death Valley National Park te blijven, dan is Stove Pipe Wells je uitvalsbasis. In het stadje vind je een hotel, een supermarkt, een restaurant, een bar en een cadeauwinkel. In de buurt van het stadje liggen bezienswaardigheden als de zandduinen en Mosaic Canyon.
Death Valley ligt in het zuidwesten van de Verenigde Staten, dus het is het slimst om via steden Las Vegas of Los Angeles te reizen. Las Vegas ligt op ruim 2 uur rijden, vanuit Los Angeles doe je er ongeveer 4 uur over.
Vlieg je met KLM, dan betaal je vanaf € 800 voor een rechtstreeks retourtje naar Los Angeles. Een vliegticket naar Las Vegas is ongeveer even duur, maar omdat er geen rechtstreekse vluchten gaan moet je wel ergens onderweg overstappen.
Eenmaal in de States kun je een auto huren en naar Death Valley National Park rijden. Je betaalt 20 dollar toegang voor een auto inclusief inzittenden, en je mag dan een hele week in het park blijven. Een mooie route om te rijden is de Artist Drive, deze weg is 14 kilometer lang en komt langs spectaculair mooie landschappen. Zeker in de ochtend en namiddag worden de kleurrijke rotsen prachtig verlicht door de lager staande zon.
De bestte reistijd voor de Death Valley is in principe tijdens de wintermaanden, wanneer de temperatuur wat aangenamer is. Toch wordt Death Valley het gehele jaar door druk bezocht. Ook tijdens de enorm hete zomermaanden. Veel toeristen (met name uit Europa) worden aangetrokken door de extreme hitte die er tijdens deze periode kan zijn. Het kan er zo heet zijn dat je gewoon op het asfalt een eitje kunt bakken. Dit mag overigens alleen als je er een pannetje bij gebruikt.
In juni 2010 rondreis gemaakt en ook door Death Valley getrokken.
Dit was de warmste dag ooit . We waren hier in juni. Als uit de auto kwam was het net alsof je voor een kachel stond.
Blood heet maar erg indrukwekkend. Je moet geen autopech krijgen, want dan heb je daar een groot probleem.
Als je hier in de buurt ben, mag je dit absoluut niet overslaan. Wat een hitte hier (in Juli geweest). In Badwater leek het wel of er een hele hete fohn op je gericht stond. We zijn daarom niet heel lang op deze plek geweest wat het brandde ontzettend. Maar wat een prachtig gebied zeg! Ook zabriskie point is super mooi!
Om daar te rijden alleen al is een geweldige ervaring. Je komt bijna niemand tegen en dan zie al die verschillende kleuren en bergen....super mooi.
Had er al veel plaatjes van gezien en toch anders dan ik had verwacht. Niet echt een woestijn te noemen, het landschap varieert ook veel.
Ontzettend heet. Leek een föhn die op je gericht blijft staan. Zelfs s'nachts nog 37 graden is echt bizar om mee te maken. Maar ontzettend mooi. Wilde coyotes gezien
Wij reden met een camper een hele dag van de oostelijke kant naar het westen met 38 graden in mei, prima te doen dus. het was echt uniek en de omgeving is extreem! Coyotes bij Panamint Springs gezien, mooie uitzichtspunten. Met een camper mag je niet alle weggetjes op, dus wil je echt alles zien ga da dan met de auto. En aan de rand van het park kwamen we zelfs Joshua trees tegen!
Deel je ervaring en help andere reizigers!
Wil je meer weten over reizen naar Amerika? Bekijk tips & ervaringen.
Rondreizen naar Amerika