In deze Aziatische dorpjes wil je je backpack wel even aan de wilgen hangen: hier wil je eeuwig blijven!
Rondreizen in Azië is fantastisch, maar soms kom je van die dorpjes tegen die zó leuk zijn dat je er wel een poosje zou willen blijven. De sfeer is top, de omgeving is prachtig en het kost er vaak drie keer niets. Dit zijn de tien leukste Aziatische dorpjes waar jij gaat zeggen “laat mij maar even hier!”.
In het uiterste noorden van Vietnam, tegen de grens met China, vind je het superschattige dorpje Sapa. Sapa ligt in een prachtige omgeving; een heuvellandschap vol rijstvelden. De bevolking maakt het plaatje compleet: die is uiterst vriendelijk en immer gekleed in traditionele, gekleurde gewaden. Door de ligging is het in Sapa wat koeler dan in de rest van Vietnam. Ideaal, want hierdoor kun je lekker hiken door de indrukwekkende natuur zonder het doodsbenauwd te krijgen. Een wandeltocht van één, twee of zelfs meer dagen kan in Sapa niet ontbreken. Het is voor veel toeristen dé reden om überhaupt naar het plaatsje af te reizen. Al zijn ook de markten populair, waar je je te buiten kunt gaan aan de mooiste souvenirs.
Eveneens een dorpje dat het weliswaar meer moet hebben van de natuur eromheen, maar typisch een plek waar je langer wilt blijven hangen. Het Thaise dorpje Pai ligt in het noorden van Thailand, vlakbij de grens met Myanmar. Pai kenmerkt zich door de gezellige hutjes aan het water, tempels, watervallen, hot springs en een heuse ‘Pai Canyon’, waar je mooi kunt wandelen. Genoeg te doen dus, maar bovenal is Pai een heerlijk, relaxt dorp waar je even bij kunt komen van de vele indrukken die Thailand op je maakt.
De geschiedenis van het Chinese stadje Lijiang gaat zo’n 800 jaar terug en dat is duidelijk te zien: smalle steegjes, houten huisjes en een prachtige, traditoneel Chinese bouwwerken. Niet voor niets staat het centrum van Lijiang op de Werelderfgoedlijst! De pagodes, bruggetjes én het uitzicht op de bergen – waardoor Lijian wordt omringd – is uitermate fotogeniek. Je vindt in dit plaatsje ook duidelijk invloeden uit Tibet terug.
Kampot is een oud plaatsje aan zee in het zuiden van Cambodja, richting de grens met Vietnam. Het bekendste aan Kampot is misschien wel de krab die hier gevangen wordt. Heerlijk met een biertje én een zonsondergang! Maar er is meer te doen: laat je rondrijden in een tuktuk langs de oude straten, gekleurde huisjes en het verlaten station van Kampot. Natuurliefhebbers kunnen naar de grotten of het meer van Kampot. Neem vooral een gids mee!
Vang Vieng is een echt backpackersdorpje. Al jaren komen er jongeren vanuit de hele wereld naar dit stipje op de kaart van Laos om te ‘tuben’, een soort kroegentocht per zwemband in de rivier die langs Vang Vieng loopt. Tegenwoordig is het tuben (gelukkig) aan banden gelegd en kun je hier weer meer genieten van het leuke dorpje en haar omgeving! Want Vang Vieng is een heerlijke basis om de fantastische omgeving te verkennen! In Vang Vieng zelf hangt nog steeds een relaxt reizigers-sfeertje. De Blue Lagoon van Vang Vieng mag je ook niet missen. Dit blauwe meertje ligt circa zeven kilometer buiten het dorp en is eveneens een must-see in Vang Vieng.
Shira-watte? Shirakawa-go en Gokayama zijn – gek genoeg – drie dorpjes in Japan en staan sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst. De dorpjes heten Ogimachi, Ainokura en Suganuma, maar laten we voor het gemak van Shirakawa Gokayama spreken. Deze dorpen liggen in een bergachtige streek en waren lange tijd afgesloen van de rest van het land, waardoor de inwoners van Shirakawa-go en Gokayama zelfvoorzienend waren en leefden volgens traditionele gebruken. Je snapt dat dit een prachtige authentieke ervaring oplevert in een bovendien schitterend landschap!
Move over, Ubud! Hoewel Ubud natuurlijk ook een heerlijk plaatsje is om heel lang te blijven hangen, is Munduk toch ook wel een erg leuk dorp op Bali. Net als Ubud is Munduk ontzettend groen en leent het zich uitstekend voor een mooie wandeling. Het mooie is dat er nog steeds maar weinig toeristen in Munduk komen, waardoor je een echt authentieke, rustige Balinese ervaring hebt. Het meer van Bratan en de tempel Ulun Danau zijn overigens prachtig!
Je moet wat moeite doen om er te komen, maar wie eenmaal in Sukau is wordt beloond. Het Maleisische dorpje op Maleisisch Borneo staat bekend om de flora en fauna. Denk aan orang-oetans, neusapen, olifanten, krokodillen en bedreigde vogelsoorten! Ook is Sukau de ultieme uitvalsbasis voor een boottocht langs de Kinabatangan-rivier, de tweede lengste rivier van Maleisië.
Wie al eens op Koh Tao geweest is, zal het beamen: Sairee Beach is dan misschien dé plek voor backpackers, maar wat hangt er een heerlijk sfeertje! Op Sairee Beach beleef je het ultieme Thailand-reisgevoel. Je kent al snel het hele dorp op je duimpje, weet waar je de lekkerste Thaise gerechten kunt eten en waar je de beste koffie haalt, en die zonsondergang? Die verveelt nooit! De bekende foto met de scheve palmboom kun je hier maken ;-)
Liever van de gabaande paden af? Ga dan naar Hispaw in Myanmar. De dorpjes rondom dit plaatsje zijn ideaal voor een mooie trekking. Proef de Shan-cultuur en geniet van de watervallen, de tempels, het platteland, de hotsprings en de gastvrijheid van de bevolking. Tip: ga niet met een tour mee, maar verken Hispaw in je eentje. De locals kunnen je altijd helpen!
Deel je ervaring en help andere reizigers!