De Cocoseilanden vormen een ultiem paradijs. De oase van 27 koraaleilanden (niet te verwarren met Costa Rica's Cocoseiland) liggen afgelegen in de Indische Oceaan in een hoefijzervormige lagune met een totale oppervlakte van circa 14 km². Dankzij hun isolement zijn slechts twee van de eilanden bewoond en leven er enkele schitterende exotische dieren. Hier breng je je dagen al duikend door, waaronder naar een scheepswrak, leer je kitesurfen of leer je een ambacht van een van de 596 inwoners.

Het water is hier perfect en de stranden zien er uit als screensavers. De eilanden worden ook wel de Keelingeilanden genoemd naar de Britse kapitein William Keeling, die ze in 1609 heeft ontdekt. Het meest afgelegen eiland is North Keeling Island, wat ook het meest afgelegen nationaal park van Australië is. Hier leven een hele reeks aan zeldzame dieren, waaronder de majestueuze Roodpootgent de Geelbandral, een ondersoort die alleen te vinden is op dit specifieke eiland. Onder water leven meer dan 500 soorten vissen en 100 soorten koraal.

Als je meer actie wilt dan dieren spotten in het wild, probeer dan de gemotoriseerde kano safari of pak een boot met glazen bodem naar Prison Island. Net uit de kust van North Keeling Island kunnen ervaren duikers duiken door de ruïnes van de SMS Emden, een Duitse raider die hier is gestrand in 1914. Zet op Direction Island een tent op en ervaar hoe schipbreukelingen hier leefden. Zo kun je zelfs je eigen maaltijd gaan vangen.

Je kunt de Cocoseilanden bereiken door te vliegen vanaf het vaste land van Australië, met van oudsher een stopover op Christmas Island (al zullen non-stop vluchten waarschijnlijk snel populairder worden). Overnachten doe je in een van een handje vol bungalows en huisjes, of gooi een mega-jacht voor anker.

Wat er hier verder gaande is weten we niet, maar wel dat we hier zo snel mogelijk willen zijn.