Queenstown ligt op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland en staat ook wel bekend als de ‘Adventure capital of the world’. Ondanks dat Queenstown maar een klein stadje is, is er enorm veel te doen. Dit zijn de vijf must do’s in Queenstown!
In Queenstown is altijd wat te beleven en het is er altijd druk. In de winter is dit stadje vooral populair bij Australiërs en Nieuw Zeelanders om te wintersporten. En in de zomer bezoeken toeristen uit de hele wereld Queenstown om te genieten van de mooie omgeving of het avontuur op te zoeken.
Wist je dat bungeejumping is ‘geboren’ in Queenstown? Hier is het allemaal bedacht en begonnen. De eeste commerciële bungee-locatie was de Kawarau brug en je kan hier nog steeds terecht voor een sprong van de 43 meter hoge brug. Samen springen of een dipje in de ijskoude rivier is optioneel! Wil je hoger? De hoogste bungyjump is Queenstown is maar liefst 134 meter hoog.
Durf je niet te springen maar wil wel je toch de adrenaline van een bungyjump? Probeer dan de Nevis Swing: de langste en hoogste schommel ter wereld! Je gaat eerst naar het beginpunt, op zo’n 160 meter hoogte. Vervolgens wordt de schommel losgelaten en 'schommel' je met enorme snelheid zo’n 300 meter naar de andere kant van de vallei. Adrenaline gegarandeerd! Je kan ook met twee personen op de schommel, wel zo gezellig.
Aan dure adventure-activiteiten is in Queenstown geen gebrek. En dat terwijl er in en rond Queenstown veel mooie natuur is die je helemaal gratis kan verkennen. Wandel bijvoorbeeld door de Queenstown Gardens langs het Wakatipu meer voor een mooi uitzicht over de omliggende bergen. Een populaire ‘day hike’ in Queenstown is het beklimmen van Ben Lomond. Een pittige beklimming over een goed aangegeven pad brengt je naar de top. Daar heb je een 360 graden uitzicht over Queenstown, de omliggende besneeuwde bergen en het blauwe meer.
Ben je niet zo sportief of niet zo’n adrenalinejunkie? Pak dan de Gondala. Deze kabelbaan vertrekt vanuit het centrum en brengt je in een paar minuten naar Bob’s Peak. Je hebt hier een mooi uitzicht over Queenstown, maar er is meer! Je kan hier sterren kijken, bungeejumpen, downhill mountainbiken, lunchen op het mooi terras, paragliden, rodelen en nog veel meer! Vooral het rodelen is een echte aanrader. Een retourtje gondala kost 35 Nieuw-Zeelandse dollars. Ga je liever gratis? Dan kun je in ruim een uur door het bos naar boven lopen.
De meeste mensen zullen Nieuw-Zeeland bezoeken tijdens het zomerseizoen (december-maart). Maar ben je er in de winter (onze zomer), breng dan zeker een bezoekje aan de skigebieden rondom Queenstown. Vanuit het centrum pak je de bus naar je favoriete berg voor een dagje skiën of snowboarden. Echte apres-ski hutten heb je niet op de piste maar er zijn genoeg gezellige barretjes te vinden in Queenstown. De seizoenen in Nieuw-Zeeland zijn tegenovergesteld aan Nederland en je kan hier dus skiën als het zomer is in Nederland!
Deel je ervaring en help andere reizigers!