In 1972 besloot de Duitse regering om een kerncentrale in Duitsland te bouwen om de import van energie te beperken. De snelle kernreactor was controversieel vanaf het begin en regelmatig vonden er demonstraties plaats tegen het gebruik van de kerncentrale.

Ondanks het verzet werd de bouw van de 'SNR-300' voortgezet en tegen 1985 werd de elektriciteitscentrale voltooid. Tegen die tijd was er al zo'n 3,5 biljoen euro besteed aan het project. De centrale zou echter nooit gebruikt worden, want toen in 1986 de ramp in Tsjernobyl plaatsvond werd het project officieel geannuleerd. De kerncentrale werd hiermee een van de duurste bouwvallen ter wereld.

Dat weerhield de Nederlandse investeerder Hennie van der Most er niet van de grond van de centrale in 1991 te kopen. Hij liet het reactorgebouw staan en bouwde er het pretpark 'Wunderland Kalkar', dat in 2001 open is gegaan. Er zijn in het pretpark meer dan 40 attracties, waaronder een zweefmolen, een achtbaan en een verticale rit, de Jumping Star.

De gigantische koeltoren is nu het centrale punt van het park, met binnenin een grote draaimolen. De buitenkant van de toren is beschilderd met besneeuwde bergen en functioneert nu als klimwand.

Wunderland Kalkar ligt in de Duitse plaats Kalkar, vlak over de grens bij Nijmegen en trekt jaarlijks zo'n 600.000 bezoekers.