In het noorden van Australië ligt het grootste nationale park van het land: het Kakadu National Park, een adembenemende uitgestrektheid van watervallen en grillige rotsen.
Met een oppervlakte van bijna 20.000 vierkante kilometer heeft Kakadu bijna de grootte van de helft van Nederland. Het beschikt over een buitengewone hoeveelheid dieren in het wild en wordt stevig beschermd als Werelderfgoed. Het wordt zelfd twee maal vernoemd op de Werelderfgoedlijst, zowel vanwege de culturele waarde met onder andere een groot aantal rotsschilderingen van Aboriginals als vanwege de rijke natuur.
Het land van het park wordt gezamenlijk beheerd door de Australische directeur van de Nationale Parken en de traditionele eigenaars, de Aboriginals, die er al meer dan 50.000 jaar wonen. De rijke geschiedenis van het park komt tot leven in de vele grottekeningen en rotstekeningen uit een ver verleden. In het noorden van het park worden de Aboriginals 'Bininj' genoemd, en in het zuiden 'Mungguy'.
Wil je het park gaan bezoeken, en dat is zeker een aanrader, kijk dan wel uit voor krokodillen, want er zijn in het verleden bezoekers geweest die zijn aangevallen door de krokodillen.
Deel je ervaring en help andere reizigers!