Vooral na een lange reis gaat-ie maar moeilijk weg: de reverse culture shock. De after travel blues. Die koude douche als je weer terug bent in je oude, ooit zo vertrouwde omgeving. Het voelt alsof de mooiste tijd van je leven voorbij is. Voorgoed. En dat is begrijpelijk!
Iedereen met de oh-zo-geliefde - en soms zo vervloekte - travelbug kent het. Je oude thuis voelt niet meer als thuis, omdat je thuis nu overal is. Home is where the heart is en dat kan ook op een tropische bestemming zijn, waar je de meest bijzondere avonturen beleeft met mensen die je pas een dag kent. En nu moet je weer terug naar saaie routines en een baan van negen tot vijf. We noemen twaalf redenen waarom dat écht nooit meer kan.
Op reis is elke dag anders. Je bent gewend om - soms zelfs dagelijks - een nieuwe slaapplek te zoeken, een leuk eettentje te vinden voor ontbijt, lunch én avondeten en je hebt geen idee wat de dag van morgen gaat brengen. Dat is bij terugkomst wel anders. Langzaam maar zeker sluipt-ie er weer in: de routine. En daar kun je écht niet meer tegen.
Je hebt de meest avontuurlijke dingen gedaan. Bent 1.000 doden gestorven tijdens die bungeejump, bijna verzopen tijdens het raften en je snapt nog steeds niet hoe je weer in de bewoonde wereld bent gekomen toen je verdwaald was in de jungle. Je hebt je aan de andere kant van de wereld onder de meest erbarmelijke omstandigheden staande gehouden. Nu is het avontuurlijkste moment van de dag de lunch in het bedrijfsrestaurant.
Een lange reis verandert je. Door alles wat je hebt meegemaakt, ben je niet meer dezelfde persoon als toen je vertrok. Je hebt jezelf door en door leren kennen en je oude overtuigingen eens flink onder de loep genomen. Je vrienden en collega’s zijn de eerste weken misschien nog wel geïnteresseerd in je avonturen, maar écht luisteren naar je verhalen doen ze eigenlijk nooit. Geen tijd voor. Te druk met hun eigen dingen. Daar zit je dan met je rugzak aan ervaringen, helemaal in je eentje.
Op reis leef je in volkomen vrijheid. Zonder horloge heb je alle tijd van de wereld. Elk moment van de dag kun je precies dat doen waar jij zin in hebt. Terug in ons kikkerlandje moet je weer om negen uur op je werk zijn, lunch is tussen twaalf en één en een kopje koffie met je beste vriendin kan alleen na vijf uur 's middags. Je wordt weer geleefd en hunkert naar vrijheid, chillen in een hangmat met een cocktail in je hand op maandagochtend om half elf. Gewoon, omdat het kan.
Het voelt altijd zo exotisch en interessant als je niemand verstaat. Oké, dat moet niet te lang duren, want natuurlijk wil je wel (diep)zinnige gesprekken kunnen voeren. Maar de hele dag dat onaantrekkelijke, platte Nederlands om je heen? Damn, jij denkt en droomt zelfs in zeven talen.
Je weet dat er zo veel meer is en dat de wereld op je wacht, hoezo dan op één plek blijven? Je bucketlist wordt met elke reis zelfs groter, nooit kleiner. Nu je weer op een vaste plek bent, gaat het kriebelen en wil je je vleugels weer spreiden. Alles in het leven groeit en bloeit en om écht te leven moet je in beweging blijven.
Je vrienden en familie hebben geen idee wat bepaalde gebeurtenissen en ervaringen met jou hebben gedaan, wat ze voor jou betekenen. Je horizon heeft zich verbreed en je kijkt nu heel anders tegen bepaalde dingen aan. Je vindt het lastig om nog écht aansluiting te vinden met mensen die ooit zo dichtbij je stonden.
Je saaie dagen op kantoor slijt je met naar je reisfoto’s staren, je reisdagboek doorbladeren en op internet naar goedkope tickets zoeken. Je hebt eigenlijk helemaal geen tijd om te werken tussen negen en vijf. Die tijd gebruik je liever om plannen te maken en je leven ten volste te (be)leven.
Je kijkt vol verbazing en verwondering om je heen wat iedereen in hemelsnaam aan het doen is. Wat dóen we hier nou met z’n allen? Wat doe ik hier? Je vraagt je hardop af wat het doel is van dit alles. Wat is het doel van ’s ochtends opstaan, in de file aansluiten en acht uur lang in een duf kantoor zitten om zinloze dingen te doen? Daarna weer lekker in de file aansluiten om gesloopt thuis te komen en verder niets meer aan je dag te hebben. Daaahaaag 9-5: I’m done with you!
Bij een vaste baan hoort ook een voorspelbaar leven. Zeg, waarom heb jij nog geen vriendje? Wordt het niet eens tijd dat je kinderen krijgt? Het wordt wel krap zo, hè? Als je op reis bent, stelt niemand jou die vraag. Nee, je leeft gewoon. Je gaat je neus achterna. Elke dag. Niet leven naar de verwachtingen van anderen, maar juist meer doen van wat goed voelt!
Doordat je al zoveel plekken en bijzondere dingen hebt gezien, is je voorstellingsvermogen enorm gegroeid. Als je je ogen dichtdoet - en zélfs met je ogen open - zie jij al een droombeeld ontstaan van hoe je wilt dat jouw leven eruit ziet. En daar hoort een 9-5 baan op een suf kantoor zeker niet bij.
Iemand verwacht van jou dat je om negen uur op je werk bent en om vijf uur ben je pas weer vrij. Je ‘bent’ dan dus even van iemand anders. Aanwezigheidsplicht voor volwassenen. En dat trek je dus gewoon ontzettend slecht.