Al-Andalus is even verrassend als temperamentvol: van besneeuwde bergtoppen, woestijnen en stranden tot Moorse paleizen, kathedralen en de bruisende steden Granada, Córdoba en Sevilla. De enthousiaste Andalusiërs ontvangen u gastvrij en uitbundig, met tapas, flamenco en fiestas. Er wordt geleefd in Andalusië!

Flamenco in Sevilla
Sevilla is met voorsprong de meest Spaanse stad en onlosmakelijk verbonden met de passievolle flamenco. Gaat u binnenkort naar Sevilla? Breng dan zeker een bezoek aan het kleine flamencotheater Tablao Flamenco Los Gallos in de wijk Barrio de Santa Cruz. Daar klinken de rauwe stemmen van de gitano’s, begeleid door castagnetten, en dansen de vrouwen onder het uitroepen van krachtige olé’s. Geniet volop van het eeuwige danspaar, Sevilla en zijn flamenco.

Moorse pracht
Andalusië was bijna acht eeuwen lang het decor van Moorse overheersing en overal komt u deze invloeden nog tegen. Zo ook in Granada. Hier wordt u verblind door het beroemde paleizencomplex Alhambra. Gelegen op een uitloper van de Sierra Nevada, lijkt het een onneembare vesting opgebouwd uit rood gesteente. Vandaar ook de naam Alhambra, dat ‘de rode’ betekent. In de 14e eeuw bouwden Moorse sultans grote delen van dit overdadig versierde complex. Gekleurd stucwerk, geglazuurde tegels met symmetrische motieven, houten cassetteplafonds en stalactietengewelven; dit alles maakte het Alhambra de rijkste Arabische residentie op het Iberisch Schiereiland.

Het nationale tussendoortje
De grondlegger van de beroemde Spaanse tapas? Die eer is toebedeeld aan een ober uit een klein Andalusisch dorpje. Iedere zomer werd zijn bar geteisterd door vliegen. Om dit te voorkomen bedekte hij de glazen met een klein schoteltje waarop hij wat olijven, plakjes ham of stukjes worst legde. Het Spaanse woord voor bedekken is ‘tapar’ en zie hier de geboorte van Spanjes nationale tussendoortje: de tapa.

Ontdek het verrassende en temperamentvolle zuiden van Spanje! Bekijk het reisaanbod.