Het zijn geen fata morgana's die je midden in de woestijn van Libië tegenkomt, maar échte meren. Ze vormen een overweldigend mooi gezicht in de Ubari Zandzee in het zuid-westen van Libië.
De Ubari Zandzee is een uitgestrekt gebied van torenhoge zandduinen in de Fezzan regio in het zuid-westen van Libië. 200.000 jaar geleden was dit een natte en vruchtbare streek met veel neerslag en stromende rivieren, die gevoed werden door een enorm meer in de Fezzan bassin genaamd Lake Megafezzan. Echter, door de klimaatverandering in de regio, dat onderdeel is van de Sahara, droogde dit meer geleidelijk op zo'n 3.000 tot 5.000 jaar geleden. Sporen van dit meer bestaan nog steeds in de vorm van micro meren, verspreid tussen de torenhoge duinen, als natte plekken in de woestijn. Momenteel zijn er rond de 20 meren in de Ubari Zandzee - mooie oases die als anomalieën in de barre woestijn tevoorschijn komen.
Enkele van de mooiste meren zijn Gaberoun en Umm al-Maa (de Moeder van het Water). Deze liggen naast de ruïnes van het oude dorp, Gaberoun, dat vaak bezocht wordt door toeristen. Er zijn nog twee andere prachtige meren - Umm al-H'isan (de moeder van het Paard), ook wel gespeld als Oum El Hassan, gelegen ten noorden van Gaberoun; en een andere Tarhouna, ongeveer 11km van Umm al-H'isan. Deze worden echter zelden bezocht door toeristen.
De Ubari meren zijn erg zout. Dit komt door het feit dat deze meren voortdurend ingedampt worden en er geen rivieren zijn die ze aanvullen. Libië heeft namelijk geen rivieren die het hele jaar aanhouden. Dit heeft geleid tot de geconcentreerde opgeloste mineralen in het water van de meren. Sommige van deze meren zijn bijna vijf keer zouter dan zeewater. Sommigen nemen ook de bloedrode tint van de aanwezigheid van zouttolerante algen op.
Alhoewel de Ubari-meren niet heel ondiep zijn (variërend van 7 tot 32 meter in de diepte), lopen ze wel het risico op uitdroging. De wateren in de ondergrondse watervoerende lagen van de Sahara die tienduizenden jaren geleden in veel nattere tijden werden gedeponeerd zijn beperkt en dit neemt nog eens extra af dankzij het toenemende gebruik van watervoerende lagen door de groei van de menselijke bevolking. Zo'n drie decennia geleden ondernam de Libische regering een ambitieus project genaamd 'Great Man-Made River', die er op gericht was om het water uit de watervoerende lagen onder de regio van Fezzan via een netwerk van ondergrondse leidingen naar de woestijn te laten bloeien. Als dit project succesvol is, zal deze enorme reserve van zoet water in slechts 50 tot 100 jaar afgevoerd zijn.