Wat is er nou lekkerder dan de frisse berglucht opsnuiven in een Zwitserse Alpenweide? Dat is eigenlijk in ieder jaargetijde een heel goed idee. Maar welke Alpenweide moet je hebben als je van hele hoge bergen houdt? Of juist van prachtige meren? En waar kun je het lekkerste eten?
De Zwitserse kantons Wallis, Centraal Zwitserland, Ticino en Graubünden bieden elk iets unieks. Een rondreis door deze regio’s laat je het beste van Zwitserland beleven!
Wij starten onze roadtrip in Wallis, oftewel Valais als we het op z’n Frans zeggen. Misschien dat er niet meteen een belletje gaat rinkelen bij de naam van de regio, maar bij de meeste mensen gaat er bij les Quatre Vallées en Verbier wel iets dagen. Deze super populaire wintersportbestemmingen vind je hier. Want voor sneeuwpret is dit 'the place to be'. Met meer dan 50 bergen van boven de 4000 meter kom je wel aan je bergenfix. In de zomer is Wallis dan ook een favoriet bij bergbeklimmers en wandelaars. Je vindt hier de beroemdste berg van Zwitserland; de Matterhorn (4478 M), de hoogste berg; de Dufourspitze (4634 m) en volgens velen ook de mooiste berg de Weisshorn (4505 m).
Kijk je liever vanuit het dal omhoog naar al die bergen pracht dan is het Rhônedal dat de regio doorkruist perfect voor jou. Hier vind je ook veel wijnboeren want 40% van de Zwitserse wijn komt uit dit gebied. Met name de Chasselas (ook wel lokaal bekend als Fendant) druif is de trots van de vallei. Een andere culinaire trots is de Zwitserse kaasfondue waarvan men zegt dat die hier zijn oorsprong vond.
We maken een uitstapje naar het iets noordelijker gelegen Centraal Zwitserland. Deze regio is met name bekend vanwege het prachtige meer bij de stad Luzern, het Vierwoudstrekenmeer (Vierwaldstättersee). Het meer is omringd door prachtige bergen en de fjorden nodigen uit voor een boottochtje. De stadjes rondom het meer zijn gemoedelijk en een bezoekje waard. Luzern is de grootste stad en biedt naast een mooi historisch centrum (met een prachtig overdekte brug) een levendige sfeer. In de restaurantjes aan het meer zou je de lokale specialiteit Glarner kaasfondue kunnen proberen.
Voor prachtige panorama’s kun je recht op de bergtoppen van Pilatus en Titlis. Bij die laatste vind je de hoogste hangbrug van Zwitserland (3000 meter boven zeeniveau), een leuk uitje voor adrenaline junkies!
Mocht je toevallig in de lente in dit gebied zijn dan is het plaatsje Schwyz een aanrader. Dit is niet alleen de plek waar het eerste verbond is gesloten waar later het land Zwitserland uit is ontstaan, het is ook beroemd vanwege de heerlijke kersen. In de lente staan de bomen in bloei, wat echt een prachtig gezicht is. Van deze kersen wordt de heerlijke kirsch likeur gemaakt, een lekker souvenirtje om mee terug naar huis te nemen.
We vervolgen onze weg naar het volgende kanton, Ticino. In dit zuidelijke puntje Zwitserland is de voertaal Italiaans en deze zuidelijke invloed proef en voel je volop. De temperatuur neemt in de zomer mediterrane vormen aan en je hoeft niet verbaasd op te kijken van een wuivende palm. Ticino grenst aan het Lago Maggiore en het Lago di Lugano, dus waterpret volop. De meren in combinatie met de wederom fantastische bergen en leuke stadjes zoals Locarno, Rovio en Lugano zorgen ervoor dat het een super veelzijdige bestemming is.
De bergdalen Valle Maggia en de Valle Verzasca zijn zeer de moeite waard om een mooie hike te maken. De dramatische hoogteverschillen zijn indrukwekkend. De schilderachtige eeuwenoude dorpjes zijn anders dan die je in de rest van Zwitserland tegenkomt. Hier kun je stoppen voor een echte espresso of een heerlijk bord minestrone soep. De knalheldere turquoise Verzasca rivier nodigt uit voor een duik (maar voorzichtig het blijft een wilde rivier). De echte daredevils kunnen, net als James Bond in Goldeneye, bungeejumpen vanaf de Verzasca dam, een sprong van 220 meter!
We eindigen onze trip in het kanton Graubünden. Zoals de officiële toerisme website van deze regio het zegt; ‘1,000 peaks, 615 lakes, 150 valleys, 3 language regions. And the original home of Heidi.’ Dus vlecht je haren, knoop een Milka koebel om en zing jodelahiti want meer Zwitsers dan dit ga je het niet vinden.
De regio trekt in de winter veel ski liefhebbers naar bijvoorbeeld het mondaine St. Moritz. Maar met 3 Unesco World Heritage sites is Graubünden ook in andere seizoenen een wonderlijke bestemming. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan de Benedictijner abdij Sankt Johann in Müstair. Of stap in de trein van de Rhätische Bahn en rij over het iconische Landwasser viaduct. Kun je nog geen genoeg krijgen van het wandelen door de bergen? Ga dan voor een meerdaagse wandeling door het geologische wonder van de Tektonik Arena Sardona. De spitse Tschingelhörner pieken zijn adembenemend.
Je wil tijdens je roadtrip door Zwitserland uiteraard ook op fijne plekken slapen. Of je nu een hardcore kampeerder bent of liever wat meer comfort wil, er is van alles mogelijk. In de buurt van de meren vind je vaak voldoende campings, ga je in de zomervakantie dan is reserveren wel aan te bevelen vooral in de Ticino regio. Goed om te weten is dat wildkamperen officieel verboden is.
In Ticino heb je rustico’s die je kunt huren, dit zijn tot gastenverblijf verbouwde sfeervolle boerderijtjes. Zoek je een bijzondere overnachtingsplek die ook leuk is met kinderen dan is de Schlaf im Stro een leuk idee. Dit zijn bed and breakfasts bij de boer. Je kunt ook kijken op de website van Interhome. Daar vind je een groot aanbod van vakantiehuizen in Zwitserland.
Nog een laatste tip voor je op je roadtrip vertrekt. Regel een vignet voor de tolwegen in Zwitserland. Je kunt dit uiteraard onderweg in Duitsland of aan de grens met Zwitserland kopen. Maar het scheelt je tijd en geld als je het alvast in Nederland regelt.
Deel je ervaring en help andere reizigers!