In het Filippijnse dorp Tan-Awan wordt de lokale bevolking sinds kort jaarlijks overspoeld door honderden toeristen. Niet omdat het dorpje zelf heel bijzonder is om te zien, maar omdat er walvishaaien te vinden zijn.
In het Filippijnse dorp Tan-Awan wordt de lokale bevolking sinds kort jaarlijks overspoeld door honderden toeristen. Niet omdat het dorpje zelf heel bijzonder is om te zien, maar omdat er walvishaaien te vinden zijn.
De walvishaai is de grootste vis ter wereld en toeristen in Tan-Awan vinden het niet alleen interessant om de walvishaai vanaf de kade te bekijken, maar vinden het ook leuk om met dit enorme zeedier een baantje te trekken. De attractie levert de lokale bevolking een goede bron van inkomsten op, maar de komst van de walvishaai is niet geheel toevallig.
Vissers zorgen ervoor dat de walvishaaien richting Cebu, het eiland waarop Tan-Awan te vinden is, zwemmen. Ze lokken de dieren met voedsel en dat heeft geleid tot een kleine discussie tussen voor- en tegenstanders van het voeren van de walvishaai. De lokale bevolking is uiteraard blij met de extra inkomsten, maar biologen vinden de toestand ‘onnatuurlijk’.
Biologen zijn bang dat de haaien, doordat ze met veel soortgenoten in een relatief klein gebied zwemmen, onderling agressief kunnen worden. De samenscholing zou er tevens voor kunnen zorgen dat ziektes gemakkelijker kunnen worden overgedragen. Er wordt dan ook gezocht naar een oplossing waarmee het toerisme blijft en de haaien gebaat zijn.