Aan diverse overblijfselen is te zien dat de eerste mensen al in 780.000 voor Christus in het gebied leefden dat nu Noord-Spanje is. Rond 1000 voor Christus ontstond langzaam de Iberische cultuur; een samensmelting van Feniciërs, Grieken en Kelten. De Feniciërs gaven de Spaanse kust de naam I-sjephan-im. Later is deze naam verbasterd tot het huidige España.
In de 15e eeuw vond de beruchte inquisitie plaats: alle afwijkende meningen en godsdiensten werden verdreven en onderdrukt. Toen Columbus Amerika ontdekte, werden de eerste Spaanse koloniën gesticht. Ook werd er volop handel gedreven. De jaren 1700 tot 1900 stonden in het teken van oorlogen, veroveringen en opstanden.
Maar ook binnen Spanje was het onrustig. Conservatieven en liberalen vlogen elkaar in de haren en er was veel sociale onenigheid. Nationale bewegingen in Baskenland en Catalonië wilden onafhankelijkheid en werden daarbij steeds extremer. De Baskische afscheidingsbeweging ETA greep zelfs naar geweld. Overal vond het socialisme en anarchisme brede aanhang. Het opkomende socialisme werd echter de kop ingedrukt met de komst van dictator Franco in 1937. Franco wilde, gesteund door de kerk en het leger, een herleving van katholiek Spanje. De bevolking leed onder zijn strakke regime.
Na de dood van Franco in 1975, kwam de huidige koning Juan Carlos aan de macht. Spanje werd een parlementaire democratie met scheiding tussen kerk en staat. De economie herstelde, maar er was nog steeds politieke onrust door de strijd met de ETA. Op dit moment is het redelijk rustig in Spanje, al strijden de Basken en de Catalanen nog steeds voor hun onafhankelijkheid.
Meer weten over reizen naar Spanje?
Bekijk hier alle informatie