De oorspronkelijke vegetatie van Italië, die nu zo goed als geheel verdwenen is, is een altijdgroen loofbos van steeneiken. In de plaats daarvan overheerst nu de macchia, een formatie van altijdgroene dichte en doornige heesters en dwergstruiken, waaronder wilde olijven, oleanders, laurier, myrte, steeneiken, gaspeldoorns en kurkeiken. Cypressen en olijfbomen komen voor in heel Italie. Het Umbra-bos in Puglia is een van de laatste oorspronkelijke bossen in Italië met volop beuken en steeneiken. Verder zijn er ook beukenwouden in Calabrië en zilverden- en pijnboombossen in Abruzzo.
Italië heeft een Middellandse Zeeklimaat met in de Alpen een hooggebergteklimaat. Hoe zuidelijker je komt, des te warmer wordt het. Omdat er veel bergen zijn, kan het weer op korte afstanden behoorlijk van elkaar verschillen. In Rome is het zomers gemiddeld 25 graden en in de winter 7 graden. In het zuiden is het zomers echt heet (tot wel 45 graden). Vooral op Sicilie kun je dit goed merken. Gemiddeld is het in het zuiden zomers 30 graden en ‘s winters 10 graden.
Meer weten over reizen naar Italië?
Bekijk hier alle informatie