Oostenrijk heeft een gemengde presidentieel-parlementaire regeringsvorm. De president wordt voor een termijn van zes jaar gekozen en benoemt de eerste minister. Het kabinet wordt door de eerste minister geleid. De drie belangrijke politieke partijen in Oostenrijk zijn de Sociaal-Democratische partij SPÖ, de partij van de conservatieven ÖVP en tot april 2005 de partij van de neopopulist en uiterst rechtse Jörg Haider, de FPÖ. In april 2005 is deze partij uiteengevallen in de uiterst rechtse FPÖ en de mildere BZÖ, die nog steeds onder leiding staat van Jörg Haider.
Oostenrijk kent een goed ontwikkelde markteconomie en hoge levensstandaard. Om de verhoogde concurrentie van zowel de EU als Midden-Europese landen het hoofd te bieden, is Oostenrijk bezig op kennis gebaseerde sectoren van de economie te benadrukken, de dienstensector te dereguleren en zijn belastingdruk te verminderen.
De bosbouw, de veehouderij, en de zuivelproductie zijn overwegend geconcentreerd in de alpiene provincies en ongeveer 5% van de bevolking is actief in (meestal kleinschalige) landbouw. Opvallend is dat Oostenrijk bijna zelfvoorzienend is wat betreft de voedselproductie. In Opper- en Neder-Oostenrijk en in Burgenland overheerst de landbouw: de belangrijkste gewassen die hier verbouwd worden zijn aardappels, suikerbieten, fruit, gerst, rogge en haver.
De industriële productie van Oostenrijk is divers en vertegenwoordigt ongeveer 35% van het bruto nationaal product. Meer dan is de helft van de industrieën is geconcentreerd in het bassin van Wenen. De andere belangrijkste industriële centra zijn Linz, Steyr, Graz, Leoben, Innsbruck en Salzburg. Veel van de industrieën van het land werden genationaliseerd na de Tweede Wereldoorlog, tegelijk met de grootste handelsbanken. De belangrijkste vervaardigde producten zijn machines, voertuigen, ijzer en staal, levensmiddelen, elektrische producten, textiel, chemische producten en kantoorproducten. Daarnaast worden veel mineralen noodzakelijk voor de industrie (grafiet, ijzer, magnesium, koper, zink en bruinkool) gevonden in Oostenrijk. Het land heeft daarnaast reserves van ruwe olie, aardgas, zout en uranium en is rijk aan hydro-elektrische energie. De laatste jaren is de dienstensector, waaronder een groot bankwezen, steeds belangrijker geworden voor de economie van Oostenrijk. In deze sector zijn nu meer dan de helft van het aantal arbeidskrachten van het land actief. De belangrijkste handelspartners zijn Duitsland, Italië, Oost-Europa, Japan en de Verenigde Staten.
Een andere belangrijke bron van inkomsten is het wintertoerisme in de vele skigebieden. In de zomer wordt er in het Alpengebied veel gewandeld en geklommen.
Meer weten over reizen naar Oostenrijk?
Bekijk hier alle informatie