Door de enorme hoogteverschillen in Nepal, groeien er zeer verschillende bomen en planten in het land. In totaal zijn er meer dan 6500 soorten. Op de laagvlakten vind je vooral oerwouden en in het heuvelachtige midden van het land sparren, kastanjes en eiken. De Himalaya is bedekt met naaldbomen en alpiene planten in de echt hoge gebieden. In de laaggelegen oerwouden bevinden zich meerdere beschermde natuurgebieden waar olifanten, neushoorns en tijgers leven. De Himalaya zijn het leefgebied van sneeuwluipaarden, geiten en beren. In de rivieren zwemmen rivierdolfijnen, al worden zij door de toenemende vervuiling in hun bestaan bedreigd.
Het klimaat in Nepal is over het algemeen gematigd. Dat wil zeggen dat de winters droog zijn en de ’s zomers warm. Door de grote hoogteverschillen zijn er echter diverse mini-klimaten. In de laaggelegen gebieden zijn de zomers bloedheet en erg vochtig. ’s Winters koelt het maar matig af. Het heuvelachtige midden van het land is in alle seizoenen wat kouder, maar nog steeds vrij warm. In de Himalaya vriest het boven de 4000 meter praktisch altijd. Tussen juni en september trekt de Moesson (regenperiode) van oost naar west over het land.
Meer weten over reizen naar Nepal?
Bekijk hier alle informatie