In de uitgestrekte Mongoolse natuur vind je veel dieren en planten. Hoewel grote publiekstrekkers als leeuwen en olifanten afwezig zijn, kun je je wel vergapen aan sneeuwluipaarden, argali-schapen, berggeiten en steenbokken. Onder leiding van een gids maak je de meeste kans om deze dieren te vinden. Door het hele land zul je ook honderden verschillende vogels zien rondvliegen. De fauna bestaat uit ongeveer 140 verschillende bomen en duizenden planten.
Mongolië heeft een zeer extreem klimaat. In de (lange) winter kan het in de noordelijke regionen wel 50 graden vriezen, terwijl in het zuiden ’s zomers temperaturen van meer dan 40 graden bóven nul voorkomen. Het (vrij milde) Mongoolse regenseizoen loopt van begin juli tot eind augustus. De zon schijnt verder het hele jaar door uitbundig.
Meer weten over reizen naar Mongolië?
Bekijk hier alle informatie