In het smalle en langgerekt Israël zijn van west naar oost drie landschappen te onderscheiden: de kustvlakte, het westelijk bergland en de slenk van el Ghor. Het zuidelijke gedeelte van Israël bestaat uit de Negev-woestijn, die maar liefst de helft van het land beslaat.
De kustvlakte wordt alleen onderbroken door het Karmelgebergte. Het is over het algemeen een vruchtbare laagvlakte, die in het zuiden steeds breder, droger en onvruchtbaarder wordt en uiteindelijk overgaat in de Sinaïwoestijn.
Het westelijke bergland is zo’n 700 tot 1000 m hoog. De hoogste bergen zijn de Hare Meron bij Zefad (1208 m) en de Ramon in het zuidwesten van de Negev (1035 m). Ten zuiden van Haifa wordt het westelijk bergland onderbroken door de Vlakte van Jizreël, die de verbinding vormt tussen het Jordaandal en de Middellandse Zee.
De slenk van el Ghor bestaat in het noorden uit het Jordaandal en in het zuiden uit het dal van Araba. Het oppervlak van Jam Kinneret in het noorden ligt maar liefst 209 meter lager dan de zeespiegel.
De enige grote rivier van Israël is de Jordaan, die deels ook nog grensrivier is met Jordanië.
Meer weten over reizen naar Israël?
Bekijk hier alle informatie