Griekenland is een parlementaire democratie, is lid van de NAVO en maakt deel uit van de EU. Aan het hoofd staat een president. Politiek wordt in Griekenland met hartstocht in het parlement bedreven.
De grondwet dateert van 1975 waarna er in 1986 belangrijke amendementen werden doorgevoerd. De wetgevende macht ligt bij het parlement, dat uit één kamer bestaat en waarvan de 300 leden eens in de vier jaar volgens een ‘versterkt recht van evenredige verkiezing’ gekozen worden. Het systeem begunstigt de sterkste partij om een voor regeren voldoende meerderheid te bereiken, wat echter een tweepartijensysteem in de hand werkt.
Staatshoofd is de president, die door het parlement voor een periode van vijf jaar gekozen wordt en één keer herkiesbaar is. De president benoemt en ontslaat de premier. Ook het parlement mag hij ontbinden en in noodtoestanden kan hij wetten per decreet uitvaardigen. Zijn functie is verder grotendeels ceremonieel, want hij heeft als staatshoofd geen uitvoerende macht. Deze macht ligt bij de Raad van ministers die daarover verantwoording aflegt aan het parlement.
Van oudsher is Griekenland een agrarisch land. Bossen werden gekapt om weidegronden en akkerland te krijgen. Tegenwoordig verbouwt men er maïs, tabak, katoen en tarwe.
Fruittelers oogsten vooral druiven, olijven en citrusvruchten. Tomaten, watermeloenen en suikerbieten worden er ook veel verbouwd. Belangrijke exportproducten zijn olijven, olijfolie, krenten, wijn, tabak en fruit.
Industrie is er vooral rondom de grote steden Athene en Thessaloniki. De scheepvaart is nog steeds belangrijk, al liggen veel schepen werkloos in de baaien van de eilanden.
Meer weten over reizen naar Griekenland?
Bekijk hier alle informatie