Zoals in de grondwet van 1958 is vastgelegd, is Frankrijk een parlementaire republiek waarvan de president als staatshoofd uitgebreide volmachten heeft. De president wordt al sinds 1962 door het volk bij algemeen stemrecht rechtstreeks gekozen voor zeven jaar. Vanaf 2002 werd de president van Frankrijk voor de duur van vijf jaar gekozen in plaats van zeven jaar.
De regering, aangevoerd door de premier, wordt voorgesteld en benoemd door de president. De regering bepaalt en geeft uitvoering aan de algemene politiek van het land en is verantwoording verschuldigd aan de Nationale Vergadering.
De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het parlement, dat bestaat uit twee kamers. De Nationale Vergadering (Assemblée Nationale) telt 577 leden waarvan 22 uit de overzeese departementen en gebiedsdelen. De Assemblée wordt voor vijf jaar gekozen via een districtenstelsel. De senaat wordt hoofdzakelijk gekozen door de leden van de "conseils généraux", de departementale raden, en door de gemeenteraden.
Tot de tweede Wereldoorlog was de landbouw veruit de belangrijkste economische activiteit in Frankrijk. Pas daarna kwam de industriële ontwikkeling pas goed op gang door het instellen van een planbureau, waardoor de overheid meer grip kreeg op de economische ontwikkeling van Frankrijk. De plannen van het planbureau moesten door het parlement goedgekeurd worden. Ook werden in 1945 grote bankinstellingen en verzekeringsorganisaties, de energiesector, het openbaar vervoer en de autofabriek van Renault genationaliseerd.
Door de Marshallhulp en het feit dat Frankrijk weinig schade had opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een sterke groei van de industrie gerealiseerd. Ook de toenemende integratie van Europa en de goede samenwerking tussen overheid, vakbonden en bedrijfsleven zorgden voor groei in o.a. de metaalverwerking, de mijnbouw en de petrochemische industrie.
De industriële productie steeg snel: tussen 1970 en 1980 werd er een productiestijging van 33% gerealiseerd. Frankrijk had in de jaren tachtig te kampen met een hoge inflatie, massale werkloosheid en een dalende binnenlandse vraag naar producten. In 1986 werd er een vijfjarenplan opgesteld en 65 staatsbedrijven werden geprivatiseerd waarmee men de staatsschuld probeerde te verminderen. Eind jaren tachtig trok de economie weer aan door dalende olieprijzen, belastingverlichting en een goede financieringspolitiek.
Meer weten over reizen naar Frankrijk?
Bekijk hier alle informatie